Hoofdstuk 26

==

‘Mag ik je iets vragen?’ zei Lou de volgende dag op haar werk terwijl ze een bekertje yoghurt uitlepelde.

‘Ga je gang,’ antwoordde Karen met volle mond. Ze werkte een stuk citroentaart met meringue naar binnen alsof haar leven ervan afhing.

‘Toen jij nog getrouwd was...’

‘Lou, kom op, wil je me nou echt misselijk maken?’

‘Nee, serieus. Het is belangrijk voor me. Toen je nog samen was met je man,’ begon ze nog een keer, ‘in het begin, toen jullie nog gelukkig waren... Heb jij toen eh... weleens naar iemand anders gekeken?’

Karen, die een gesprek over koetjes en kalfjes had verwacht, legde haar vork neer. ‘Naar andere mannen, bedoel je?’

‘Ja,’ beaamde Lou zo luchtig mogelijk, alsof het een puur hypothetische vraag was geweest. Kennelijk was ze niet in haar opzet geslaagd, want Karen begon breed en schalks te grijnzen.

‘Hoezo, Lou? Heb je het soms over een “vriendin”?’

‘Nee, ik heb een goede reden om het te vragen en het is heel anders dan jij denkt. Geef nou gewoon antwoord.’

Karen hoorde aan Lous toon hoe serieus ze was en besloot haar niet langer te plagen. Het was volkomen duidelijk waarom ze het vroeg, wat ze ook had gezegd. Het enige raadsel was om wie het ging, maar Lou praatte zelden over haar privéleven, en als ze er verder nog iets over zou loslaten, zou ze dat doen op een moment dat het haar uitkwam.

In gedachten ging Karen terug naar haar tijd met Chris, de vader van haar kinderen, die er met de moeder van haar beste vriendin vandoor was gegaan. Uiteraard besefte hij dat hij een grote vergissing had begaan toen hij was uitgekeken op de spataderen, en hij had laten weten dat hij terug wilde komen. Maar Karen was een meisje met een sterk gevoel van eigenwaarde, en ze liet hem luid en duidelijk weten dat hij het kon schudden, dat ze er niet over peinsde om hem terug te nemen. Het deed nog steeds pijn om terug te denken aan de enorme schade die hij met zijn affaire had aangericht.

Inmiddels was hij wel terug in het leven van zijn kinderen en deed hij zijn best om een goede vader voor hen te zijn, maar hij zou nooit terugkomen in het hare. Die kans had hij verspeeld op het moment dat hij de rits van zijn broek door andermans tanden open had laten trekken, maar lieve help, wat had ze er een hoop kracht voor nodig gehad om dat tegen hem te zeggen. Het had haar ongelofelijk veel verdriet gedaan; zo was het nu eenmaal als je zoveel van iemand hield als zij had gedaan. Om terug te komen op Lous vraag: hád ze ooit naar andere mannen gekeken toen ze nog in eeuwige liefde geloofde?

‘Nou,’ begon Karen langzaam, ‘Chris had een vriend, James. Die vond ik erg aardig, knap om te zien en nog geestig ook.’

‘Maar ging je hart sneller kloppen als je met hem in dezelfde kamer was?’

Karen dacht er even over na. ‘Nee, niet echt. Maar het was een erg leuke man – je weet wel, groot en donker. Ik heb hem zelfs aan een vriendin van me gekoppeld, maar ze zijn jammer genoeg uit elkaar gegaan. Ik kon hem zeker waarderen, maar in die tijd wilde ik niemand anders dan Chris.’

Ziezo. Lou had haar antwoord. Het was geen normaal gedrag om naar andere mannen te kijken terwijl ze van Phil hield. Ze moest zichzelf eens goed door elkaar rammelen.

‘Alhoewel...’ Karen knipte in haar vingers, want doordat Lou haar had gevraagd of haar hart sneller was gaan kloppen, kwam er een andere herinnering boven. ‘Voordat ik Chris leerde kennen, had ik een relatie met een jongen die Creighton heette. We hadden het best leuk samen. Hij was ontzettend goed in cricket. Maar jezus, wat is dat een saai spel. Ik ging nooit naar hem kijken. Toen kwam Ryan op de proppen, een Zuid-Afrikaan die in de zomer bij Creightons team speelde. Hij zag eruit als een jonge Michael Caine.’ Karen glimlachte weemoedig, denkend aan die lang vergeten tijd. ‘We raakten met elkaar aan de praat en ik begon al snel te beseffen dat ik hem leuk vond. Hoe vaker ik hem zag, des te leuker ik hem vond. Na een tijdje kon ik alleen nog maar aan hem denken. Ik ging voor het eerst naar cricketwedstrijden, alleen maar om hem te zien. Zelfs als ik hem in de verte zag, begon ik al... te gloeien.’ Ze zuchtte.

‘Doordeweeks was ik een soort zombie. Ik kon alleen maar aan de volgende zaterdag denken, want ik wist dat ik hem dan weer zou zien. Er is nooit iets gebeurd tussen ons, zelfs geen kusje, maar hij maakte gevoelens in me wakker die ik nooit voor Creighton had gehad, die ik zelfs helemaal nog nooit had gehad. Ik had niet beseft dat er iets ontbrak, totdat ik Ryan leerde kennen. Toen drong het tot me door dat ik meer wilde dan wat ik had, terwijl ik met Chris volmaakt gelukkig was. Met hem had ik het gevoel dat ik alles had. Is dit een antwoord op je vraag, Lou?’

‘Dat weet ik eigenlijk niet.’ In gedachten probeerde ze Karens verhaal te vergelijken met haar eigen situatie.

‘Sommige mensen kunnen het niet helpen dat ze steeds op zoek zijn naar avontuur, ook al hebben ze nog zo’n goed leven. Neem Chris – hij kon het gewoon niet laten. Maar ik ben het trouwe type, Lou, dat weet je,’ ging Karen verder. ‘Als ik met Creighton zo gelukkig was geweest als ik dacht, zou ik nooit naar een andere man hebben gekeken.’

Dat was wel én niet wat Lou had willen horen.

==

‘Hallo, spreek ik met Sue?’ vroeg Phil, hoewel hij donders goed wist dat zij het was.

‘Ja, met Sue. Met wie spreek ik?’ vroeg ze zakelijk.

‘Met Phil Winter. Ik bel over de groene mg.’

‘O, hallo,’ zei ze met een stem die opeens zachter klonk dan fluweel.

‘Ik krijg de auto zaterdagochtend binnen. Wil je ernaar komen kijken?’

‘Zaterdagochtend? Even in mijn agenda kijken.’

Natuurlijk komt ze, dacht Phil.

‘Hoe laat ga je open?’

‘Om negen uur voor het gewone publiek, maar voor jou wil ik best een uurtje eerder op de zaak zijn,’ bood Phil aan. ‘Ik waarschuw je, ik denk niet dat die auto lang in mijn winkel zal staan. Het is echt een beauty. Jullie passen bij elkaar.’

‘Goed, ik kom,’ kirde ze.

‘Kom maar naar de zijdeur, aan de rechterkant van het gebouw als je ervoor staat.’

Ze giechelde. ‘Moet ik drie keer kloppen en een wachtwoord geven?’

‘Zeker weten,’ zei Phil luchtig. Hij weerstond de verleiding om grapjes te maken over een mogelijk wachtwoord. Zoals: Neuk-me-dan-lekker-ding.

‘Dan zie ik je zaterdagochtend vroeg.’

‘Ik verheug me erop, Sue,’ zei Phil glimlachend. Hij gebruikte met opzet haar naam. Daar hielden vrouwen van.

Dit gaat goed, dacht Phil toen hij neerlegde. Dit gaat helemaal goed.

==

Later die middag trof Lou Zoe aan op het damestoilet, bezig nieuwe make-up op te brengen.

‘Gaat het?’ vroeg ze.

‘Ja hoor,’ zei Zoe met een heel erg beverig stemmetje. ‘Nee, het gaat helemaal niet. Ik haat die bitch, Lou. Op een dag geef ik haar een klap in haar gezicht. Waarom pikken mensen het toch, dat eeuwige getreiter van haar?’

‘Je moet leren om je er niets van aan te trekken,’ zei Lou vriendelijk. ‘Ze doet het omdat het haar voldoening geeft als jij zo van streek raakt. Dat besef je toch zeker wel?’

‘Maar waaróm, Lou? Waarom geeft het je een goed gevoel dat mensen overstuur raken van wat jij zegt?’ Zoe schudde haar hoofd.

Dat was altijd het probleem met aardige mensen; ze dachten dat iedereen zo was als zij.

‘Ik weet het niet, Zoe, er kunnen zoveel redenen voor zijn. Als mensen bepaalde aspecten van hun leven niet onder controle hebben, gaan ze soms op zoek naar andere manieren om macht uit te oefenen.’ Lou dacht aan zichzelf, zoals ze had geworsteld met de leunstoel uit de serre omdat ze kwaad was dat ze Phil niet over Deb durfde te vertellen.

‘Volgens mij is het lang niet zo ingewikkeld. Dat mens is gewoon gestoord.’

Lou lachte en gaf haar een troostend kneepje. ‘De beste manier om ermee om te gaan, is haar niet laten merken dat haar gemene opmerkingen je raken,’ zei ze bemoedigend.

‘Dan doet ze er alleen maar een schepje bovenop, net zo lang totdat ik wel weer reageer,’ verzuchtte Zoe.

‘Als ze je sart, wil dat alleen maar zeggen dat ze energie in je steekt. Je moet erboven staan, Zoe, heb vertrouwen in jezelf. Ze probeert jou klein te krijgen omdat jij een bedreiging voor haar bent.’

‘Ik zet het haar betaald,’ gromde Zoe, en onwillekeurig balde ze een vuist.

‘Geloof me, dat zou een heel erg holle overwinning zijn.’ Lou pakte Zoe’s schouders beet en draaide haar naar zich toe. ‘Beloof me dat je het niet zult doen. Je zou op staande voet worden ontslagen, en het zou je in de weg zitten bij het vinden van een andere baan. En stel je voor dat ze aangifte doet! Reken maar dat dat voor haar de ultieme triomf zou zijn.’

‘Maar het zou me wel een goed gevoel geven, al duurt het maar een paar seconden.’ Zoe grijnsde toen ze zich voorstelde dat ze haar vuist in dat gehate gezicht plantte.

‘Nee, want dan heeft zij gewonnen. Dan ben jij de kwaaie pier. In het echte leven zou je je erna niet half zo goed voelen als je nu denkt, geloof me.’ Lou wilde dat iemand haar dit advies had gegeven voordat ze Phils scharrel midden in een bomvolle Boots een oplawaai had verkocht.

==

Tom kwam zijn belofte na: die middag bracht Eddie de afvalcontainer. Tot nu toe stond de bak nog steeds geduldig te wachten, hongerend naar de spullen op zolder. Eigenlijk zou het wel leuk zijn, bedacht Lou toen ze uit de toiletten naar buiten kwam, om Nicola in die container te mikken, zodat iedereen verlost zou zijn van haar sadisme. Ze stelde zich voor dat ze gevangenzat in de container en er niet uit kon klimmen, dat ze misschien wel aan de zijkant vastzat met haar magnetische beugel. Dan zou ze Des de Griezel erin smijten, samen met Celia, en Victorianna. En Carl Ball, die Lou vroeger op school altijd achterna had gezeten met hooiwagens, en dikke Shirley Hamster met haar schaar, en Martine McCrum, die vroeger bij haar in de straat had gewoond en haar had verteld dat de Kerstman bij een ongeluk om het leven was gekomen, waarmee ze haar zevende kerst volledig had verziekt. En Susan Peach met haar pluizige-poedelpermanent en haar wijd gespreide magere benen. En Michelle, en Renee en Phil, krijste een stemmetje in haar hoofd. Ze schrok zo van die laatste drie dat haar spelletje abrupt werd afgebroken.

==

In de lunchpauze en na haar werk ging Lou winkelen. Tot haar verbazing bleek ze een hele maat kleiner te passen. Het was nog steeds een horrorfilm om in de kleedkamers naar haar spiegelbeeld te kijken, maar ze hoefde in elk geval niet meer haar ogen dicht te doen. Haar nieuwe maat maakte haar zo blij dat ze veel meer kleren had kocht dan ze van plan was.

Nu maakte Lou bezweet en uitgeput de deur van haar huis open, ze tikte de code in om het inbraakalarm uit te schakelen en legde alle tasjes op tafel.

Ze haalde haar aankopen tevoorschijn. Twee rokken in maat achtendertig, de een grijs, de ander donkerbruin, allebei lange, flatteuze klokrokken waardoor haar taille smaller leek; en een beeldig groen overslagtopje waarin ze zich heel elegant voelde omdat de kleur volmaakt bij haar paste. Verder had ze geïnvesteerd in een jasje met een bijpassende sjaal, allemaal in kleuren die heel dapper waren voor iemand die bijna altijd zwart droeg.

Volgens de wetten van het artikel moest ze iets weggooien voor elk nieuw ding dat ze in huis haalde. Het huis was tegenwoordig behoorlijk minimalistisch in vergelijking met de toestand van voor haar opruimwoede, maar haar fantasie over alle mensen die ze het liefst in de container zou willen gooien had haar op een idee gebracht. Afgezien van de zolder was er nog één kamer waar ze de bezem door moest halen.

Lou maakte koffie en ging naar het kantoor, waar haar dikke adresboek lag. Het stond vol met namen, doorhalingen en adreswijzigingen die over Tipp-Ex heen waren geschreven. Resoluut scheurde ze alle beschreven pagina’s eruit. Toen begon ze op de blanco pagina’s namen en adressen over te schrijven, waarbij ze er heel wat wegliet. De huisarts, de tandarts, een elektricien en de man die stofzuigers repareerde werden als vanzelfsprekend overgeheveld, en ook kapper Anthony Fawkes. Maar ze stuitte ook op adressen van vriendinnen uit een zo ver verleden dat ze hen waarschijnlijk niet eens zou herkennen op straat, en als ze elkaar wel herkenden, hadden ze elkaar vermoedelijk niets te vertellen. Nu niet meer, in elk geval. Met een aantal mensen had ze jarenlang kerstkaarten uitgewisseld, maar het contact was verwaterd, en van de persoonlijk teksten resteerde niet meer dan een naam onder de voorgedrukte kerstgroet.

Tegenwoordig werden de kaarten uit gewoonte gestuurd, niet meer vanuit een oprecht verlangen om contact te houden. Haar oudtante Peggy vormde een uitzondering. Lou moest altijd glimlachen om haar ouderwetse handschrift, zelfs al had ze haar sinds ze klein was niet meer gezien. En ze schreef nog elk jaar met Kerstmis een brief aan Anna Brightside, een schat van een vrouw met wie Lou ooit had samengewerkt. De adressen van Peggy en Anna werden overgenomen, maar dat van haar oude vriendin Sarah niet. Sarahs kaarten waren de laatste jaren alleen maar opschepperig geweest: de sportprestaties van haar kinderen, de miljoenen die haar gepromoveerde man verdiende, de batterij Porsches die ze hadden, de renovaties aan hun landhuis en de veertien wintersportvakanties per jaar. Lou had het gevoel dat ze tegen haar moest opbieden – dat ze zo’n leuke baan had, dat haar man zo succesvol was, dat ze zo gelukkig was... Maar nu niet meer. Het moest maar eens afgelopen zijn met al die huichelarij.

Twee koppen koffie later was haar adresboek een stuk dunner geworden. Als zij niet meer iedereen een kerstkaart stuurde, zou ze op haar beurt uit adresboeken worden geschrapt. Het gaf haar een verdrietig gevoel, maar voornamelijk omdat ze dierbare herinneringen aan vroeger vaarwel zei. Het werd echter tijd om het verleden achter haar te laten. Van nu af aan wilde Lou alleen nog maar contact hebben met mensen die ertoe deden, met mensen die zij belangrijk vond, en die háár belangrijk vonden.

Lou wist dat de tijd was gekomen om de laatste afvalcontainer vol te gooien.

Lentekriebels
978 90 499 5217 4.xhtml
978 90 499 5217 4-1.xhtml
978 90 499 5217 4-2.xhtml
978 90 499 5217 4-3.xhtml
978 90 499 5217 4-4.xhtml
978 90 499 5217 4-5.xhtml
978 90 499 5217 4-6.xhtml
978 90 499 5217 4-7.xhtml
978 90 499 5217 4-8.xhtml
978 90 499 5217 4-9.xhtml
978 90 499 5217 4-10.xhtml
978 90 499 5217 4-11.xhtml
978 90 499 5217 4-12.xhtml
978 90 499 5217 4-13.xhtml
978 90 499 5217 4-14.xhtml
978 90 499 5217 4-15.xhtml
978 90 499 5217 4-16.xhtml
978 90 499 5217 4-17.xhtml
978 90 499 5217 4-18.xhtml
978 90 499 5217 4-19.xhtml
978 90 499 5217 4-20.xhtml
978 90 499 5217 4-21.xhtml
978 90 499 5217 4-22.xhtml
978 90 499 5217 4-23.xhtml
978 90 499 5217 4-24.xhtml
978 90 499 5217 4-25.xhtml
978 90 499 5217 4-26.xhtml
978 90 499 5217 4-27.xhtml
978 90 499 5217 4-28.xhtml
978 90 499 5217 4-29.xhtml
978 90 499 5217 4-30.xhtml
978 90 499 5217 4-31.xhtml
978 90 499 5217 4-32.xhtml
978 90 499 5217 4-33.xhtml
978 90 499 5217 4-34.xhtml
978 90 499 5217 4-35.xhtml
978 90 499 5217 4-36.xhtml
978 90 499 5217 4-37.xhtml
978 90 499 5217 4-38.xhtml
978 90 499 5217 4-39.xhtml
978 90 499 5217 4-40.xhtml
978 90 499 5217 4-41.xhtml
978 90 499 5217 4-42.xhtml
978 90 499 5217 4-43.xhtml
978 90 499 5217 4-44.xhtml
978 90 499 5217 4-45.xhtml
978 90 499 5217 4-46.xhtml
978 90 499 5217 4-47.xhtml
978 90 499 5217 4-48.xhtml
978 90 499 5217 4-49.xhtml
978 90 499 5217 4-50.xhtml
978 90 499 5217 4-51.xhtml
978 90 499 5217 4-52.xhtml
978 90 499 5217 4-53.xhtml
978 90 499 5217 4-54.xhtml
978 90 499 5217 4-55.xhtml
978 90 499 5217 4-56.xhtml
978 90 499 5217 4-57.xhtml
978 90 499 5217 4-58.xhtml
978 90 499 5217 4-59.xhtml
978 90 499 5217 4-60.xhtml
978 90 499 5217 4-61.xhtml
978 90 499 5217 4-62.xhtml
978 90 499 5217 4-63.xhtml
978 90 499 5217 4-64.xhtml